21. De naam: van Stakenborch
Van Stakenborch (Stakenburg)
door Dr. A. J. Teychiné Stakenburg (1961)
Er is weinig zekerheid ten aanzien van de vraag waaraan de familie Stakenburg haar naam ontleend.
De verklaring is duidelijk: Een door palen of staken omgeven burcht.
Twee wapens van in de 15e en 16e eeuw te Brussel en omstreken gevestigde takken van het riddermatige geslacht wijzen daar ook op: het ene heeft drie torens van goud (of rood) op een zilveren veld, het andere is gedeeld en vertoont drie azuren palen op een gouden veld, waarboven zich in rood een kasteel met drie aan elkaar verbonden torens bevindt. Al in de 12e eeuw is er sprake van een kasteel: de Stakenborgh, gelegen bij Hooidonk onder Nederwetten. Het klooster van Hooidonk, gesticht in 1146, werd volgens oude overlevering gebouwd ”van een rijck edelman uyt den Huyse van Stakenborgh, en de dat dicht bij sijn casteel, daervan noch eenighe duijstere overblijfselen ghespeurt worden” Deze mededeling steunt op een vermelding in de Brabantia Mariana, waaruit zij letterlijk vertaald is. Coppens zegt dat men bij het gehucht Breugelsoerle of Breugelsolen “ook het goed Stakenborg vindt, hetwelk uit eenig zaailand, doch meest uit schaarbosschen en beemden bestaat. Men denkt dat er het verblijf of kasteel der Heeren van Stakenborg gestaan heeft, die aan de oprichting der voormalige maagden-abdij van Hooydonk de behulpzame hand hebben geleend.
Andere auteurs onder wie onlangs A.M. Frenken, verhalen hetzelfde.
Wij zelf hebben enige jaren geleden aan de oostelijke oever van de Dommel, ten zuiden van Son en Breugel, de fundamenten van het oude slot in de hoge wal duidelijk kunnen waarnemen. De aldaar wonende boeren noemen het land nog steeds Stakenborg. Zij wezen ons op de oude gotische kelders van het klooster, welke zich als groene heuvels in de wei aftekenen en die zij als bergruimten voor kolen en hout gebruiken. In de voorgevel van de watermolen van Hooidonk bevindt zich een oude steen, naar de traditie wil voorstellende de Heer en Vrouwe van Stakenborg: de molenaar viste in de bezettingsjaren oude wapens en een munt waarop de naam Stakenborg voorkomt, uit den Dommel op. Zowel Frenken als wij vestigde herhaaldelijk de aandacht van de Rijksdienst voor Oudheidkundig bodemonderzoek op deze historische grond, door eerstgenoemde een der oudste gebouwen onzer provincie genoemd. Hebben de Stakenborchen dus waarschijnlijk aan dit kasteel hun naam ontleend, er is tezelfdertijd ook spraken van een heerlijkheid Stakenborg op het grondgebied van Someren. Of nu dit, waarschijnlijk allodiale, goed (men vindt het in de leenregisters nimmer vermeld!) van oudere datum is dan het slot de Stakenborg of dat het omgekeerde het geval is, is ons onbekend. Er komen in de huidige provincie Noord Brabant meer goederen van deze naam voor. Zo is er een dicht bij Ommel onder de parochie van Deurne en een ander aan de rivier de Dussen in het land van Altena. Dergelijke voorbeelden zijn legio. Zo is er, gelijk wij al schreven, een heerlijkheid “Bo(e)scot” geweest onder Diessen en heeft er een hoeve van dezelfde naam onder Asten bestaan. De`familie UtenVehuze of Van den Veenhuizen kan haar naam ontleend hebben aan het Veehuis in Helmond of aan het gelijknamige goed onder Lieshout. Dat maakt het zoeken naar oorsprong bijzonder moeilijk. Wanneer onze familie in generlei relatie zou staan tot de oude Stakenborchen, kan zij wellicht haar naam gegeven of ontleend hebben aan zekere gronden onder Diessen. Het cijnsboek van Echternach spreekt namelijk “van goederen Heer Van Massenhoeve geheeten Stakenborg” in Diessen.
Door de eeuwen zijn er diverse spellingen gebruikt voor de naam Stakenburg zoals:
STAAKENBURGH
|
STAKENBORGH STAAKENBORGH STAECKENBORCH STAKENBORCHS STAKENBORG
|
Verder zijn er ook nog varianten met Van ervoor.
In België stamt de familie grotendeels af van Willem Stakenborch, oudste zoon van ridder Willem Stakenborch en Margaretha van Boescot, die zich in Brussel vestigde en gehuwd was met Mechtildis de Hertoghe, bij wie hij zeven kinderen verwekte. In Belgie wordt de naam als Stakenborghs geschreven.